Lezen:
​
Vertrek
​
Treinen kraken. Hekken dwingen passagiers
in rijen. ‘Dertig mensen voor het Paradijs,’
roept de man die een bus aanhoudt.
Hij draagt een lichtgevend vest. En dan:
‘Dertig mensen voor het middelpunt der aarde.’
​
Wij stappen in de eerste bus. Hemelsblauw geverfd,
onzichtbaar op de radar. De andere bus is zwart,
onvindbaar in de nacht. Deuren worden
vergrendeld. De lucht kleurt asfaltgrijs.
Nog voor we rijden komt de regen.
​
Als onze ogen wennen aan het donker, zien we wolven.
Daarna kamelen, vissen, edelherten, insecten,
spinnen, grote kreeften, vogels, paarden
en olifanten. Dieren, zover we kunnen kijken.
Van alle soorten twee.
​
(Gedicht: week 20, 2018 Slaavier).
​
​
​
Dressoir
​
Ze klampt zich aan me vast.
Zonder mij gaat ze nergens heen,
nergens. En zeker niet naar
een ander huis.
​
Ze stopt gebarsten bloemen
in mijn buik en dekt me toe
met zelfgehaakte hertjes, die
op veel te kleine kleedjes wonen.
​
Daardoor denkt ze
dat ik van haar ben.
Maar eigenlijk
ben ik van de vogels.
Top 100 Turingwedstrijd 2017
​
​
Golf
​
Een grote golf verrast
de viskraam op de markt.
De visboer watertrappelt
met zijn handen in de lucht.
​
Zijn geslachte vissen worden levend
en zwemmen om hem heen.
Haringen glinsteren van zilver
en palingen van goud.
​
De lekkerbekjes trekken hun
krokante jasjes uit. Dan lokken
ze hem mee. De visboer roept
zijn vrouw. Zij haalt gauw
​
de kinderen. Zo vertrekken ze
naar het zuiden en als de zeekraal
in het warme water roert, kriebelt
het in hun zij. Kieuwen.
​
(Pretpark Poezie 2016)